Waarom wordt A.S.S. vaker gesteld bij mannen dan bij vrouwen?

A.S.S. wordt 4x vaker gediagnosticeerd bij mannen dan bij vrouwen. Bij de hoogfunctionerende populatie man-vrouw verhouding  1 op 8.
Bij de populatie verstandelijke beperking 1 op 2 (A.S.S. wordt vaker gediagnosticeerd bij zwakbegaafde vrouwen). Komt A.S.S. vaker voor bij mannen dan bij vrouwen?

Er bestaan een aantal theorieën die trachten te verklaren waarom meer mannen met A.S.S. worden gediagnosticeerd dan vrouwen;

  • Het vrouwelijk chromosoom zou een beschermende factor kunnen zijn voor het ontwikkelen van A.S.S.
  • Een hoge prevalentie van A.S.S. bij mannen zou mogelijk voortkomen uit een relatie tussen A.S.S. en testosteron.
  • Omdat moeite met sociaal contact en communicatie bij meisjes/vrouwen minder sociaal geaccepteerd is zouden meisjes meer proberen te compenseren dan jongens waardoor A.S.S. meer gemaskeerd wordt en daarom minder snel herkend wordt bij meisjes.

Een hogere intelligentie vergroot de mogelijkheden tot compensatie, waardoor deze theorie een verklaring geeft voor de man-vrouw verhouding en tevens de bevestiging dat de diagnose A.S.S. minder vaak wordt gesteld bij vrouwen met een hogere intelligentie.

Criteria bij het stellen van een diagnose autisme volgens de DSM V waarbij een vergelijking wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.

1. Sociale Communicatie

Wederkerigheid
In de leeftijd van 17-48 maanden zijn er weinig tot geen sekseverschillen aangetoond in het criterium Sociale Communicatie. Vanaf de kleuterleeftijd zijn meisjes met A.S.S. meer geneigd contact te zoeken dan jongens met A.S.S. Het contact is echter weinig afgestemd.

Doordat er in de interactie tussen vrouwen meer een beroep wordt gedaan op sociale en communicatieve vaardigheden worden vrouwen eerder geconfronteerd met moeite op deze gebieden waardoor ze meer compensatiegedrag ontwikkelen. Wederkerigheid is dan gebaseerd op aangeleerd compensatiegedrag op basis van analyseren. De sociale beperkingen komen naar voren als analyseren niet werkt en waarin het gaat om aanvoelen. In het diagnostisch proces is het van belang om door te vragen naar strategieën die deze vrouwen gebruiken om anderen te begrijpen en op anderen aan te sluiten.

Non verbale communicatie
Bij non verbale communicatie zijn vrouwen met A.S.S. zich niet altijd bewust van de betekenis van de non verbale communicatie die zij gebruiken. Zowel de eigen non verbale communicatie als de non verbale communicatie van anderen valt moeilijk te interpreteren door vrouwen met A.S.S. Het wordt helemaal lastig als de non verbale signalen niet overeenstemmen met de verbale boodschap (sarcasme).

Vriendschappen en relaties
Meisjes met A.S.S. zijn wat minder teruggetrokken in het sociale contact dan jongens met A.S.S. Meisjes vinden vaak meer aansluiting bij de wat jongere kinderen, ze komen ook jonger over dan hun kalenderleeftijd. Vrouwen met A.S.S. doorgronden niet altijd de sociale relaties; iemand die zij slechts 1x per jaar zien kunnen ze een goede vriendin noemen.

De sociale beperkingen worden zichtbaar als doorgevraagd wordt naar de moeite en energie die het vrouwen met A.S.S. kost om vriendschappen te onderhouden, ze ervaren veelal weinig plezier aan sociaal contact en hebben achteraf veel hersteltijd nodig. Dit is een belangrijk criterium om bij vrouwen met een vermoeden van A.S.S. op door te vragen bij onderzoek naar autisme.

2. Stereotype patronen

Stereotype spraak
Vrouwen met A.S.S. zijn meer dan mannen met A.S.S. geneigd om mensen in hun omgeving te imiteren. Imitatie kan een goede strategie zijn om sociaal gedrag aan te leren. Het is onduidelijk of er sekseverschillen zijn in de volwassen leeftijd.

Routines, rituelen en moeite met veranderen
Bij heel jonge kinderen vertonen meisjes met A.S.S.  minder stereotype en repetitief gedrag dan jongens.
Bij oudere kinderen en volwassenen laat stereotype gedrag vooralsnog geen sekseverschillen zien op dit gebied.
In de klinische praktijk is dit gedrag eerder contextgebonden dan seksegebonden.

Beperkte interesses
Er zou bij meisjes minder sprake zijn van beperkte interesses dan bij jongens.
Echter is er een duidelijk verschil in het soort fascinaties. Meisjes hebben minder vreemde of opvallende fascinaties dan jongens, waardoor ze niet als dusdanig herkend worden. Het is dus de vraag of ze inderdaad minder voorkomen bij meisjes, of dat ze minder opvallend zijn.

Sensorische gevoeligheid
Onderzoek bij volwassenen laat zien dat vrouwen met A.S.S.  aanzienlijk meer gevoelig zijn voor sensorische prikkels dan mannen met A.S.S.

Gevolgen van de diagnostiek volgens de DSM V
Aangezien vrouwen met A.S.S. enige sociale contacten hebben en omdat sommigen non verbale communicatie hebben aangeleerd dient goed doorgevraagd te worden naar de onderliggende problemen. Een diagnose A.S.S. wordt gesteld als aan alle 3 de criteria wordt voldaan in het domein Sociale Communicatie en voldaan wordt aan 2 van de 4 criteria in het tweede domein.
Wat betreft de stereotype patronen dient aan twee criteria voldaan te zijn, dit kan tot onderdiagnostiek leiden bij meisjes en vrouwen omdat stereotiep gedrag bij hen minder opvalt, danwel minder aanwezig is.
Het toegevoegde criterium sensorische gevoeligheid lijkt wel recht te doen aan meisjes en vrouwen met A.S.S. waarschijnlijk zorgt dit criterium ervoor dat waar A.S.S. eerder niet herkend werd bij deze vrouwen, nu wel gezien wordt.

Comorbide problemen bij vrouwen
Er zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen met A.S.S. aangetoond in bijkomende klachten zoals angsten, somberheid en dwangklachten.
Hierbij is er een groot verschil tussen de onderzoeksgroepen mannen en vrouwen die op jonge leeftijd gediagnosticeerd waren met A.S.S. en die op volwassen leeftijd waren gediagnosticeerd met A.S.S. In de groep die pas op volwassen leeftijd waren gediagnosticeerd kwamen aanzienlijk meer comorbide problemen voor zoals depressie of dwang- en angstklachten.

Vrouwen met een diagnose A.S.S. op latere leeftijd rapporteren meer problemen zoals piekeren, wantrouwen, somberheid en lichamelijke klachten.  In de klinische praktijk rapporteren relatief veel vrouwen met A.S.S.  eetproblemen, problemen in de emotieregulatie, vervormde persoonlijkheid als gevolg van zich jarenlang niet geaccepteerd te voelen, traumatische ervaringen, ADHD en seksuele problemen.

Vroegdiagnostiek bij meisjes/vrouwen is belangrijk, vooral om comorbide problemen vroegtijdig te behandelen of nog beter, te voorkomen.

1 gedachte over “Waarom wordt A.S.S. vaker gesteld bij mannen dan bij vrouwen?”

Reacties zijn gesloten.